Het klinisch chemisch en hematologisch laboratorium (KCHL) vervangt haar apparatuur. Omdat voor een andere firma gekozen is, is een aantal bepalingen en bijbehorende referentiewaarden vanaf 8 januari 2019 veranderd.
Hierdoor kunnen verschillen in het resultaat optreden, afhankelijk van in welk laboratorium de patiënt het bloed heeft laten onderzoeken.
Dit geldt zeker voor de hartschademarker troponine die wordt gebruikt voor het uitsluiten van een acuut myocardinfarct bij pijn op de borstklachten. Momenteel gebruiken Rijnstate, SHO, Slingerland Ziekenhuis en CWZ de high-sensitive troponine T (hs-TnT) assay van de firma Roche, terwijl ziekenhuis Gelre en Gelderse Vallei de high-sensitive troponine I (hs-TnI) assay gebruiken. Rijnstate rapporteert in januari 2019 ook de hs-TnI. Hoewel de sensitiviteit en specificiteit voor het uitsluiten of aantonen van een acuut myocardinfarct tussen hs-TnT en hs-TnI vergelijkbaar zijn, zijn de afkapwaarden echt anders, namelijk:
Hs-TnT (Roche), oude assay in Rijnstate
• < 14 ng/l Uitsluiten acuut myocardinfarct indien klachten > 3 uur
• > 70 ng/l Aantonen acuut myocard infarct indien klachten >3 uur
Hs-TnI (Siemens), nieuwe assay in Rijnstate
• < 45 ng/l Uitsluiten acuut myocardinfarct indien klachten > 3 uur
• > 120 ng/l Aantonen acuut myocard infarct indien klachten >3 uur
Hoewel de resultaten van hs-TnT en hs-TnI op een aparte regel in uw huisartsinformatiesysteem worden gerapporteerd, is het zeer belangrijk ze niet door elkaar te halen! Dit zou namelijk onterecht uitsluiten of verwijzen kunnen betekenen.
Ook voor de tumormarkers geldt dat het resultaat afhankelijk is van de gebruikte assays. Vervolg oncologische patiënten dan ook altijd bij hetzelfde laboratorium. Rijnstate zal in januari 2019 voor een aantal tumormarkers overgaan van een Roche naar een Siemens assay. Om de verschillen tussen de assays inzichtelijk te maken is in het afgelopen jaar bij elke oncologische patiënt extra bloed afgenomen en bewaard.
De tumormarkers die in de laatste 6 maanden zijn gemeten zullen op 8 januari nogmaals gerapporteerd worden op de datum waarop ze destijds waren aangevraagd (in het verleden). De nieuwe waarde overschrijft de oude waarde en de oude waarde wordt in de bijbehorende tekstbericht als opmerking weergegeven. Voor een correcte rapportage van de tumormarkers is het van belang deze Edifactberichten (ondanks dat ze over het verleden gaan) te openen en op de juiste reguliere wijze af te handelen.
Als de referentiewaarde voor een bepaling gewijzigd is, zal deze aangepast worden en gerapporteerd worden met daarbij de opmerking “let op referentiewaarden gewijzigd”.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marcel van Borren (klinisch chemicus), bereikbaar via Laboratorium Informatielijn 088 – 005 7777