Cookiemelding

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Rijnstate gebruik van cookies, waaronder cookies van externe partijen voor Google Maps. Als u onze website blijft gebruiken of klikt op ‘cookies accepteren’ gaat u akkoord met deze cookies. Meer informatie hierover vindt u in ons cookie-beleid

Bloedbuizen MIL

Diagnostiek STEC aangepast aan nieuwe meldingscriteria

28 augustus 2018

Sinds 1 augustus is de laboratoriumdiagnostiek voor detectie van Shigatoxine producerende E. coli (STEC) aangepast. Met de nieuwe diagnostische PCR-test vervangen we de huidige diagnostiek door een gericht tweestapsonderzoek naar STX-2, STX-1 en het eae-gen.

STEC is een veroorzaker van (bloederige) diarree en Hemolytisch Uremisch Syndroom (HUS) en de meldingplicht rondom deze infectie is recent herzien door het RIVM. Escherichia coli kan verschillende pathogeniciteits-genen bezitten waardoor deze bacterie ziekte bij de mens kan veroorzaken vanuit de darm.  Afhankelijk van de aanwezig virulentiegenen wordt het subtype E. coli benoemd. Bekend zijn de EHEC-en STEC-uitbraken gerelateerd aan besmet voedsel, waarbij ook hemolytisch uraemisch syndroom (HUS) gezien wordt bij de patiënten.

Vanwege het op tijd signaleren van uitbraken is de Shiga-toxine producerende E. coli (STEC) al sinds 1999 een meldingsplichtige ziekte groep B2 (Arts en laboratorium doen beiden een melding binnen 24 uur).

Wat is er veranderd?

De diagnostiek bestond in het verleden uit het kweken van feces op speciale selectieve media. Tegenwoordig gebruiken we moleculaire detectie van pathogeniciteits-genen in de feces. Detectie op basis van DNA kent een hoge sensitiviteit. Naar aanleiding van een recent Nederlands onderzoek zijn de criteria voor de meldingsplicht herzien. STX-2 aanwezigheid of STX-1 in combinatie met een virulentie-gen (eae-gen) duidt op een STEC-infectie.

Ons laboratorium heeft het protocol herzien, zodat de criteria voor de meldingsplicht gevolgd kunnen worden. Voor meer informatie kunt u de LCI-richtlijn raadplegen https://lci.rivm.nl/richtlijnen/shigatoxineproducerende-ecoli-stec-infectie

Per 1 augustus 2018 wordt een monster dat is aangevraagd op STEC onderzocht op de aanwezigheid van stx1 en/of stx2 genen met PCR. Wij streven ernaar om binnen 48 uur na ontvangst van het materiaal een uitslag te rapporteren. Als er een stx1 gen gevonden wordt, volgt het onderzoek naar het eae-gen. De bacteriële kweek voor STEC komt waarschijnlijk te vervallen en zal alleen nog worden ingezet bij een uitbraak.

Meldingsplicht en preventie

De meldingsplicht bestaat uit een combinatie van klinische symptomen (braken, diarree en/of bloed in de ontlasting of HUS) met de detectie van het STX-2 gen of het STX-1 gen + eae-gen. Vergeet dus niet de klinische symptomen en de eerste ziektedag te vermelden op de aanvraag, zodat ook het laboratorium aan de meldingsplicht kan voldoen. De aanvragend arts moet zelf ook de patiënt melden bij de afdeling infectieziekten van de lokale GGD. Als de uitslag past binnen de meldingsplichtcriteria, vermelden wij dit duidelijk op de uitslag.

Secundaire preventie en bronopsporing is  belangrijk om grote (voedsel gerelateerde) uitbraken tijdig op te sporen. Met deze aanpassing versnellen we en verfijnen we onze diagnostiek, zodat we sneller een antwoord hebben op uw diagnostische vraag.

To slot een opmerking over de therapie. Het effect van antibiotica is niet overtuigend aangetoond. Mogelijk dat behandeling de kans op HUS zelfs vergroot.