Cookiemelding

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Rijnstate gebruik van cookies, waaronder cookies van externe partijen voor Google Maps. Als u onze website blijft gebruiken of klikt op ‘cookies accepteren’ gaat u akkoord met deze cookies. Meer informatie hierover vindt u in ons cookie-beleid

Röntgenstraling

Op de afdeling Radiologie en voor DEXA gebruiken we weinig röntgenstraling; niet meer dan nodig voor het maken van kwalitatief goede opnames. De kans op schadelijke effecten is erg klein.

Daarom hebben we een aantal beschermende maatregelen. Er is beschermend loodglas, er zit lood in de wanden van de onderzoekskamer en als we toch in de ruimte moeten zijn dan dragen we een loodjas.

Zwangerschap en borstvoeding

Ongeboren kinderen zijn veel gevoeliger voor straling dan volwassenen. Ook worden bij sommige beeldvormende onderzoeken medicijnen gebruikt die beter niet tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden. Wanneer u zwanger of denkt het te kunnen zijn, moet u dit vertellen voor de start van het onderzoek. Afhankelijk van het soort onderzoek wordt dan bekeken of het onderzoek wel of niet door kan gaan.

Radioactieve stoffen, contrastmiddelen of medicijnen kunnen in de moedermelk terecht komen en kunnen schadelijk zijn voor uw baby. Als u borstvoeding geeft, laat dit dan voor de start van het onderzoek weten. Onze medewerker vertelt u dan of en zo ja, hoe lang het nodig is de borstvoeding tijdelijk te stoppen.

Contrastmiddelen

Om bijvoorbeeld bloedvaten zichtbaar te maken of de darm te kunnen onderscheiden van overig buikweefsel maken we gebruik van contrastmiddelen (bijvoorbeeld bij bloedvatonderzoeken, bij sommige CT- en MRI onderzoeken en bij sommige doorlichtingsonderzoeken). Om bloedvaten zichtbaar te maken wordt het contrastmiddel in een bloedvat gespoten. Als we de darmen willen zien, laten we u de contrastvloeistof drinken. Om de dikke darm zichtbaar te maken vullen we de darm via uw anus met een slangetje.

Bij sommige radiologische onderzoeken wordt een jodiumhoudend contrastmiddel gebruikt om de bloedvaten te kunnen onderscheiden van overige organen of weefsels. We weten dat dit contrast in zeldzame gevallen kan leiden tot een (ernstige) allergische reactie en/of nierschade. Om dit te voorkomen zullen we u voor de start van het onderzoek een aantal vragen stellen en eventueel bloed prikken om de risicofactoren op te sporen. Ook vragen we u een veiligheidsformulier in te vullen om zeker te weten dat we het onderzoek veilig kunnen uitvoeren.

Als blijkt dat er risicofactoren aanwezig zijn, regelen we een bezoek aan de internist/nefroloog die gaat beoordelen of er in uw situatie speciale voorbereiding nodig is. Het kan zijn dat de internist met u bespreekt dat u bepaalde medicijnen enkele dagen niet mag gebruiken of neemt de internist/nefroloog u op een verpleegafdeling. Afhankelijk van de voorbereiding en nazorg die nodig is, blijft u dan in dagopname of gedurende ongeveer 24 uur (dus inclusief één nacht) in het ziekenhuis om een infuus te krijgen.