Omschrijving van het onderzoek
Bij een positieve inhalatiescreening worden de volgende allergeenspecifieke IgE-testen uitgevoerd: huisstofmijt, kattenepitheel/-roos, hondenroos, graspollenmengsel, boompollenmengsel, kruidpollenmengsel. Met de inhalatiescreening kan > 95 % van alle inhalatieallergiën worden opgespoord. Bij een positieve voedselscreening worden de volgende allergeenspecifiek IgE-testen uitgevoerd: koemelkeiwit, kippenei-eiwit, pinda, soja, tarwe, kabeljauw. Voor een positieve de screening onder 4 jaar wordt: koemelkeiwit, kippenei-eiwit, pinda, graspollen, huisstofmijt, kattenroos, hondenroos bepaald. Het aanvragen van IgE-testen is alleen zinvol als er een grondige anamnese is afgenomen. Een IgE-test is namelijk vaak vals-positief omdat zij sensibilisatie aantoont maar slecht correleert met een klinisch relevante allergie. Allergiemonsters worden 3 maanden bewaard zodat een nabepaling binnen deze termijn mogelijk is. Als er ondanks negatieve screeningen verdenking is op een IgE-gemedieerde allergie, wordt geadviseerd op basis van een grondige anamnese allergeenspecifiek IgE aan te vragen. Er zijn meer dan 400 allergeenspecifieke IgE-testen beschikbaar.