Cookiemelding

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Rijnstate gebruik van cookies, waaronder cookies van externe partijen voor Google Maps. Als u onze website blijft gebruiken of klikt op ‘cookies accepteren’ gaat u akkoord met deze cookies. Meer informatie hierover vindt u in ons cookie-beleid

Bloedbuizen MIL

Onderzoeken

Typ hier een onderzoeksnaam:
Sorteren op:
Categorieën ABC
Selecteer een onderzoek:
Laboratoriumonderzoek Beeldvormend onderzoek Hartfunctieonderzoek Longfunctieonderzoek Vaatonderzoek

Fibrinogeen

Omschrijving van het onderzoek

Fibrinogeen (Factor I), een glycoproteine, wordt in de lever gemaakt. In de stollingscascade wordt fibrinogeen door trombine omgezet in fibrine. Trombine splitst eerst een deel af van de α-keten, daarna een deel van de β-keten. De resterende moleculen, fibrinogeenmonomeren, vormen polymeren via zwakke electrostatische krachten. Het gevormde instabiele, oplosbare fibrine-S wordt gestabiliseerd door covalente bindingen tussen aminozuren in de T-ketens in het D-domein onder invloed van factor XIII.

Bij een gehalte van 0,5-1 g/l begint de stolfunctie van fibrinogeen tekort te schieten.

Indicatie:

  • Oorzaak hemorrhagische diathese
  • Begeleiding van fibrinolytische therapie

Verlaagde fibrinogeen gehalten worden gevonden bij:

  • Leverziekten
  • Afibrinogenemie en dysfibrinogenemie
  • Na bloedingen
  • Diffuse intravasale stolling (DIS)
  • Fibrinolyse

Verhoogde fibrinogeengehalten zijn veelal aspecifiek. Fibrinogeen is een acute-fase-eiwit en is toegenomen bij acute aandoeningen zoals ontstekingen, traumata, operaties en zwangerschap.

 

Referentiewaarden

2,0-4,0 g/l

 

Doorlooptijd
2 dagen

Uitvoerend laboratorium
KCHL